Van Rapkins observaties tot Cannon’s absurde humor
Pitch Perfect is gebaseerd op een boek van Mickey Rapkin, een Amerikaanse journalist en voormalig a-capellazanger. Dankzij zijn eigen ervaring weet hij de passie en het leven binnen zangwedstrijden authentiek te vangen. Toch zijn het vooral de geestige dialogen en absurdistische vondsten van scenariste Kay Cannon die de film zo leuk maken. Cannon werkte eerder mee aan de satirische televisieserie 30 Rock, en die scherpe, gevatte humor is hier ook duidelijk terug te vinden. Met korte bizarre wendingen en een licht satirische toon tilt zij de film boven de standaard komedie uit.
De kunst van het samenspel
Hoewel de film vooral draait om Beca (gespeeld door Anna Kendrick) en haar weg naar muzikale én persoonlijke groei, speelt ook haar zanggroep een grote rol. Beca zit namelijk bij de Bellas, een vrouwen-a-capellagroep op haar universiteit. Elk lid van de Bellas heeft een duidelijk uitgewerkte archetypische rol: van de onhandige nieuweling tot de zelfverzekerde diva. Maar de film speelt slim met deze stereotypes. Verwachtingen worden vaak op verrassende manieren doorbroken. Dat zie je bijvoorbeeld in kleine, subtiele visuele grapjes. De achtergrondacties van ‘Fat Amy’ (Rebel Wilson) zijn hier een goed voorbeeld; ze vertellen soms bijna hun eigen, grappige verhaal.
Pitch Perfect laat zien hoe creatieve samenwerking vaak gepaard gaat met conflicten, maar dat juist daardoor ruimte ontstaat voor ontwikkeling en groei. De Bellas vinden hun kracht pas echt wanneer ieder lid zijn eigen stijl durft in te brengen. Daarmee reflecteert de film op het idee dat harmonie niet gelijkstaat aan uniformiteit, maar juist ontstaat door het samenspel van verschillende stemmen en persoonlijkheden.